Moedermelk in een flesje voor de pasgeborene

Wist je dat?

Moedermelk helpt baby's beschermen tegen ziekten.

Ook later in het leven.

Moedermelk is de ideale voeding voor baby’s in de eerste zes maanden van hun leven en legt de best mogelijke basis voor een gezond leven. Het helpt hen beschermen tegen gezondheidsproblemen, zoals diarree, oor- en luchtweginfecties of allergieën.

De beschermende effecten van moedermelk reiken veel verder dan enkel tijdens de eerste jaren of de kindertijd. Borstvoeding zou ook leiden tot een lager risico op latere gezondheidsproblemen, zoals overgewicht, diabetes, hartklachten en hoge bloeddruk.

Beginnen met een flesje afgekolfde moedermelk

De fles geven betekent niet dat je met borstvoeding stopt. Het kan een andere manier zijn om ervoor te zorgen dat jouw baby zijn volledige voeding krijgt in de vorm van afgekolfde moedermelk.

Hier zijn een aantal tips om jouw baby te helpen bij de overstap naar flesjes.

1. Gebruik spenen die de borstervaring nabootsen.

Sommige spenen creëren dankzij hun vorm en debiet een toevoer en mondplaatsing die gelijkt op die van een borst. Gebruik spenen van zachte silicone met een bredere basis en een laag debiet.

2. Geef eerst borstvoeding.

Geef eerst ongeveer een halve sessie borstvoeding en daarna 30-60 ml afgekolfde moedermelk in een flesje. Zo is jouw baby geduldiger in de aanpassing aan flesjes. Als hij dan nog honger heeft, kan je hem nog even aanleggen.

3. Vervang 1 borstvoeding per keer.

Als je meer dan één borstvoedingssessie moet vervangen, begin dan met eentje en vervang er eentje extra om de 3 tot 5 dagen. Zo zal je zelf ook niet te veel melk produceren en te vol zitten op momenten dat je niet kan afkolven. Niet afkolven op voedingsmomenten leidt tot een verminderde melkproductie.

4. Verwarm de fles onder warm stromend water.

De afgekolfde moedermelk opwarmen kan helpen om de temperatuur van moedermelk na te bootsen zoals tijdens de borstvoeding. Laat de melk echter niet warmer worden dan jouw lichaamstemperatuur. Gebruik zoals altijd nooit de microgolfoven om een flesje op te warmen. Test altijd eerst de melk in het flesje voor je jouw baby’tje voedt.

5. Bepaal het tempo van de voeding.

Houd jouw baby dichtbij in een verticale positie. Houd het flesje meer horizontaal dan verticaal. Lift het flesje net genoeg opdat de speen zich vult en de baby melk en niet enkel lucht krijgt. Raak met de speen zachtjes zijn kaak aan, zodat hij zich instinctief naar jou draait met een open mond.

6. Laat iemand anders hem het flesje geven.

Sommige baby’s aanvaarden makkelijker een papfles als iemand anders dan mama hen voedt. Wie hem het flesje geeft, zou hem dicht bij zich moeten houden om dat contact bij de borstvoeding na te bootsen.

7. Blijf het flesje voor hem vasthouden.

Gebruik nooit spullen om de fles op te laten rusten, want dit kan een impact hebben op zijn slikken en vermindert de belangrijke fysieke interactietijd tijdens voedingen. Jouw baby zou tijdens het voeden altijd moeten worden vastgepakt.

8. Neem een boertjespauze.

Neem na 30-45 ml even een pauze om hem de kans te geven een boertje te laten, of wanneer hij zijn hoofd wegdraait of de fles wegduwt. Als hij de fles blijft wegduwen, kan dat betekenen dat hij genoeg heeft gegeten en dat je mag stoppen. Frequent boertjes laten vermindert het risico op braken en onrustigheid als gevolg van lucht in de maag.

9. Boerposities

• Rechtop zitten: zet hem recht op jouw schoot en ondersteun zijn hoofd en borstkas met één hand op zijn voorhoofd. Laat hem lichtjes naar voren leunen. Wrijf of tap lichtjes op zijn rug.
• Over de schouder: houd haar tegen jou, met haar kin op je schouder. Wrijf of tik lichtjes op zijn rug.
• Over de schoot: leg hem met zijn borstkas op je schoot. Wrijf of tik lichtjes op zijn rug. 

Gouden tip


Ga in een comfortabele houding zitten. Leg hem op je schoot en leg een kussen onder jouw elleboog of laat je elleboog op een armleuning rusten.

Wissel van kant. Zelfs de lichtste baby's voelen na een tijdje zwaar aan. Praat en zorg voor fysiek contact. Praat stilletjes terwijl hij eet, raak hem aan en houd oogcontact.

Wees geduldig. Als hij de fles weigert, geef hem dan eerst borstvoeding vóór een van beide gefrustreerd geraakt. Probeer dan nogmaals het flesje bij de volgende voeding. Uiteindelijk zou hij probleemloos van borst of flesje moeten kunnen drinken.

De melkproductie verhogen

Veel mama's zijn bezorgd over de melkproductie voor hun baby. Hier kan je leren hoe je de melkproductie kan stimuleren. 

Vergeet jouw supportsysteem niet

Voor borstvoeding kiezen is een van de belangrijkste beslissingen die je kan nemen voor de gezondheid van jouw baby. Het is een verbintenis die op de dag van de geboorte start en ideaal zelfs zes maanden of langer duurt.

Onderzoek heeft aangetoond dat vrouwen meer geneigd zijn om met borstvoeding te starten en het vol te houden als ze positief worden aangemoedigd door mensen rondom hen. Je hebt een “supportteam” nodig. Eender welke naaste kan er deel van uitmaken: jouw partner, een familielid, een vriend of de zorgprofessional.

Velen willen je in deze spannende periode wel steunen, maar weten niet goed hoe. Laat hen weten wat je nodig hebt (en wanneer!) zodat ze jou kunnen helpen.

Hier zijn wat tips om een supportteam samen te stellen. Elk team is uniek, dus aarzel niet om zelf met ideeën te komen. 

• Samen leren: moedig de mensen in jouw supportteam aan om bij te leren over borstvoeding. Hoe meer ze weten, hoe meer ze het proces met jou kunnen bespreken.
• Praat met elkaar: communicatie is de sleutel. Praat over jouw gevoelens en laat de mensen rondom jou weten hoe ze kunnen helpen. Hoewel de handeling van het borstvoeden iets is dat enkel tussen jou en jouw baby plaatsvindt, kan de ervaring in zijn geheel positiever zijn als je anderen toestaat te helpen.
• Steun elkaar: vriendelijkheid, geduld en aanmoediging zijn al heel wat, wie er ook in jouw team zit. Jij en de mensen rondom jou zouden trots moeten zijn op de beslissing om borstvoeding te geven. Vergeet dus niet dat je elkaar moet bijstaan en steunen wanneer anderen het hebben over deze beslissing. Steun kan ook betekenen dat ze je helpen om in goede gezondheid te blijven. Jouw partner kan je helpen om goed te eten en voldoende water te drinken, want dit zal de melkproductie ook stimuleren.
• Vraag om hulp bij het huishouden: wees niet bang om jouw partner of mensen uit jouw supportteam te vragen om hulp bij het huishouden, de boodschappen of het bereiden van gezonde maaltijden zodat je borstvoeding kan geven of kan rusten. 
• Als je een partner hebt, vraag hem of haar om erbij te zitten tijdens de borstvoeding. Borstvoeding kan een rustgevend ontspanningsmoment zijn voor jou, jouw partner en jouw baby, een moment om samen te zijn en een band te scheppen. Jouw partner kan op vele manieren helpen, ook al ben jij degene die borstvoeding geeft.

Terwijl jouw baby en jij bijvoorbeeld nog leren hoe je moet borstvoeden, kan jouw partner je helpen bij het verstaan en interpreteren van de honger- en ik-zit-vol-signalen. Hij of zij kan de luier ook verversen voor de nachtvoeding.

Omdat het zo belangrijk is dat je genoeg vocht inneemt, kan je partner de taak op zich nemen om je een glas water te brengen terwijl je de baby voedt.

• De baby vertroetelen: hoewel aan baby's voedingsbehoeften wordt voldaan met jouw melk, is de emotionele kant ook belangrijk. Partners kunnen de baby knuffelen, vastpakken, met hem spelen en zoveel mogelijk tijd investeren in baby’s ontwikkeling.
• Tot slot, vergeet niet dat jouw ‘partner’ eender welke betrouwbare vriend of familielid kan zijn die je wil steunen bij het borstvoeden, zolang jij wil.