Ik leer mijn baby om te proeven ... want er zijn zo veel smaken?
Er wordt gezegd dat baby's liever voor zoet dan hartig kiezen, dat de smaak in de buik van de moeder bepaald wordt, dat de smaakontwikkeling zich vormt aan het begin van de overgang op vaste voeding... Ik wil zou graag willen begrijpen hoe mijn baby beetje bij beetje een echte lekkerbek wordt!
Is smaak aangeboren of aangeleerd? Dit spannende debat zorgt voor verdeeldheid onder experts. Elke baby erft de genen van zijn ouders. Hij is dol op zoete smaken (kijk maar naar zijn glimlach als hij voor de eerste keer een lepel appelmoes proeft), terwijl hij bij het proeven van een zure of bittere vloeistof gekke gezichten trekt. Maar dit "aangeboren" smaakpalet is primitief en beperkt. De overgang op vaste voeding gaat gepaard met een brede smaakverrijking. Smaak is een leerproces dat een hele leven lang duurt, maar reeds in het begin van de zwangerschap wordt gevormd.
Alles begint in de baarmoeder
Het smaakorgaan (de smaakknoppen van de tong) ontwikkelt zich heel vroeg. De smaakpapillen van de foetus worden vanaf de vijfde maand van de zwangerschap gevormd. Afhankelijk van wat zijn mama eet, ontdekt hij de verschillen tussen zoet, zout, bitter en zuur. Sommige onderzoekers geloven bovendien dat de eerste smaakvoorkeuren zich vanaf die tijd uiten. Een feit: de voeding van de moeder beïnvloedt de smaak van het vruchtwater. Andere studies bevestigen dat hoe zoeter het is, des te meer de baby ervan inslikt! Vandaar de spontane voorkeur voor de zoete smaak vanaf de geboorte. Kleine smulpaap!
Zelfs als een baby geboren wordt met een vastgestelde smaak, kan er nog van alles veranderen. Zijn voorkeur en afkeer zullen veranderen naarmate hij meerdere soorten voedsel leert eten. Zowel dankzij de borstvoeding(de smaak van de melk is afhankelijk van wat je eet) als de overgang op vaste voeding. Smaken verschillen: jouw baby zal zijn "eigen smaakvoorkeur" geleidelijk aan opbouwen. Hij heeft nog een lange weg te gaan!
Mijn kleine alleseter …
Jouw baby is net als jij een omnivoor: we moeten een beetje van alles eten om alle voedingsstoffen binnen te krijgen die we nodig hebben. Het vermogen om de meest uiteenlopende voedingsmiddelen te kunnen eten en zo ook ons aanpassingsvermogen aan alle leefomgevingen is waarschijnlijk één van de redenen waarom de mens de dominante soort van de natuur is, en de baby dus ook! Maar we hebben "last" van wat sommige onderzoekers de paradox van de omnivoor noemen. In feite twijfelen wij tussen het willen ontdekken van nieuw voedsel en de angst voor het onbekende.
Wij worden heen en weer geslingerd tussen de noodzaak om nieuw voedsel in voldoende hoeveelheden te vinden - en dat goed is voor het lichaam - en de risico's die hiermee gepaard gaan (vergiftiging ...). Het is voor de baby, net zoals voor ons, moeilijk om te kiezen tussen nieuwsgierigheid en het afwijzen! Dit verklaart ook de voedselneofobie, deze bijzondere periode die begint op tweejarige leeftijd waarin de baby minder avontuurlijk wordt en elk nieuw voedsel stelselmatig weigert uit angst voor het onbekende. Dit is een overgangsperiode die niet altijd makkelijk verloopt, maar onderdeel is van de psychologische ontwikkeling en de overgang op vaste voeding van elke baby... en ook die van jou! Dus moet je geduld hebben …
"Toen wij Jules de eerste keer broccoli gaven, moesten wij hard lachen om zijn gekke gezicht. Mijn man en ik vinden het nog altijd grappig! Na vele pogingen kon hij het eindelijk met een glimlach opeten." Vandaar het belang om jouw baby maar één nieuwe voeding per keer te geven en de noodzaak om hem deze bovengenoemde voeding meerdere keren te geven voordat hij het aanvaardt!
Deel uitmaken van een cultuur
Wij behoren tot de omnivoren, maar zijn de enigen die ons voedsel bereiden (voedsel wordt bereid om gezondheidsrisico's te voorkomen). De rauwe staat wordt door verhitting omgezet in een gare en eetbare staat. De smaakontwikkeling van een baby gaat gepaard met het aannemen van cultuurgebonden gewoonten. Hij zal in het bijzijn van zijn familie bepaalde soorten voeding leren herkennen (het wel of het niet lekker vinden!) en onderscheid maken tussen het eetbare en het niet-eetbare. En op den duur dol zijn op een bepaald samengesteld regionaal of familiegerecht. Het is echt waar, jouw baby zal uiteindelijk heerlijk smullen van waterzooi, gegratineerd witloof of een gegrild stukje vlees! De smaak is een echt cultureel leerproces.
De baby leert bij de overgang op vaste voeding nieuwe smaken ontdekken. Deze periode is dan ook bijzonder geschikt om zijn smaakvoorkeur uit te breiden, die al begonnen is in de baarmoeder van zijn mama en dankzij de borstvoeding. Dit fundamentele leerproces begint vanaf de leeftijd van 5 of 6 maanden. Hoe maak je van jouw baby een fijnproever? Door zijn voeding elke maand opnieuw te variëren, afhankelijk van wat is toegestaan. Je beschikt over een breed assortiment, dus waarom niet genieten van het gebarenspel van jouw kleine schat als jij hem trakteert op nieuwe smaken!
En vergeet niet dat hoe meer nieuwe voedingsmiddelen jij jouw baby aanbiedt vóór de fase van voedselneofobie (die meestal optreedt rond de leeftijd van 2), des te groter de kans dat hij ze tijdens en na deze fase ook aanvaardt. Dat is bemoedigend, of niet soms?
Smaak... wat een belevenis
Dit houdt in dat je naast de vier basissmaken (zout, zoet, bitter, zuur) jouw baby ook kennis laat maken met temperatuurwaarneming (warm/lauw/koud), tastwaarneming (zacht/hard, krokant, sprankelend, smeltend en een meer of minder dikke consistentie) en visuele waarneming (voedsel in verschillende kleuren en vormen bijvoorbeeld). Stimuleer de smaakpapillen van jouw baby en geef hem langzaam maar zeker de mogelijkheid om zich te ontwikkelen. Jouw baby zal een kind worden dat zich makkelijk aanpast en jouw smulpaap zal zich omtoveren tot een echte fijnproever! Op weg naar de ontdekking, en je zal zien, het is echt spannend!
Iedereen zei tegen mij dat een tweeling veel werk zou zijn, maar zo moeilijk is het niet. Gewoon van alles de dubbele hoeveelheid (flesjes, luiers, per keer.) en dan valt het zeer goed mee! Pas toen ik met de eerste hapjes begon, merkte ik dat mijn twee kleine mannen eigenlijk totaal verschillend zijn! Terwijl Max mijn spinaziepuree snel naar binnen werkte, kreeg ik van Jesse alleen maar een hele boze blik als reactie. Met kaas gaat het precies hetzelfde. Max, de kleine schrokop, wil altijd meer terwijl Jesse erbij zit alsof hij op het punt staat alles weer uit te spugen! Zo zie je maar: smaak is echt iets heel persoonlijks. - Claire, moeder van Max en Jesse (3 jaar)